Uit het Algemeen Diagnostisch Protocol: Het handelingsgericht diagnostisch traject

Vanuit de vraagverheldering schat de CLB-medewerker in dat diagnostiek vereist is om een antwoord te kunnen bieden op de hulpvraag: het CLB-team start een handelingsgericht diagnostisch traject[1][2] op. De hulpvraag loopt als een rode draad doorheen het HGD-traject: het stuurt het HGD-traject aan en zorgt dat je niet verloren loopt. Het traject is wendbaar en cyclisch en wordt gekozen op basis van het type hulpvraag.

De CLB-medewerker hoeft niet bij elke hulpvraag alle fasen van het handelingsgericht diagnostisch traject te doorlopen. De fasen van HGD dienen als richtsnoer, ze zijn flexibel in te zetten. Stel dat uit de strategiefase blijkt dat men over voldoende informatie beschikt om een antwoord te bieden op de hulpvraag, dan kan men meteen overgaan naar de integratie- en aanbevelingsfase. Als er wel een onderzoeksfase nodig is, dan hoeft de CLB-medewerker dit niet steeds even uitgebreid te doen. Soms is de vereiste informatie reeds beschikbaar vanuit eerder onderzoek om een antwoord te kunnen formuleren op de hulpvraag of betreft het een eenvoudige hulpvraag. Verkorte HGD-trajecten zijn dus goed mogelijk en kunnen voldoende informatie opleveren om de hulvraag te beantwoorden. Voorwaarde hiervoor is wel dat de CLB-medewerker een goed zicht heeft op de activiteiten binnen de vijf HGD-fasen en wat de functie is van elk van die activiteiten. Op die manier kunnen doordachte beslissingen worden genomen over het al dan niet doorlopen van het ganse traject. Het motto is aldus: “verkort als het kan, uitgebreid als het moet[3].

Binnen HGD stuurt de CLB-medewerker het diagnostisch proces, hij plant hierbij acties en werkt ook nauw samen met cliënten en school voor de uitvoering van deze acties. Ouders en leerkrachten krijgen zo de rol van medeonderzoekers, ouders en leerkrachten doen ertoe! De bedoeling van het HGD-traject is om te kunnen beslissen, in samenspraak met alle betrokkenen, over de meest aangewezen aanpak of over verdere stappen. Constructief samenwerken is een belangrijke succesfactor binnen handelingsgerichte diagnostiek.

Het stramien van het handelingsgericht diagnostisch traject ziet er als volgt uit:

Belangrijke accenten binnen het HGD-traject zijn:

  • Een HGD-traject legt steeds de nadruk op het indicerende aspect. Het richt zich op het bepalen van korte- en langetermijndoelen en het formuleren van de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van zijn ouders en leerkrachten. Via handelingsgerichte diagnostiek zal het CLB het ‘beeld’ van de leerling binnen zijn context verbreden en verdiepen, waardoor in overleg met de betrokkenen nieuwe handelingsgerichte adviezen kunnen geformuleerd worden. Deze geven een nieuwe input aan de zorg voor de leerling, zowel thuis, op school of vanuit het netwerk rond de leerling.
  • Bij het verzamelen van informatie staan de zuinigheids- en relevantieprincipes voorop. Gesprekken, observaties, vragenlijsten of tests worden enkel ingezet indien het CLB dit noodzakelijk en relevant inschat voor het handelen. Binnen de onderzoeksfase geeft het overzicht “wat en hoe onderzoeken” aan wat kan onderzocht worden en hoe dit wordt onderzocht.
  • In een HGD-traject kunnen onderkennende hulpvragen meegenomen worden. Zo kan het CLB-team inschatten of een leerling cognitief zwak of sterk functioneert of de ontwikkeling[4] van bepaalde vaardigheden overeenstemmen met zijn leeftijd, welk leesniveau een leerling beheerst… Wat classificerende diagnoses betreft, stelt het CLB zelf de diagnoses ‘dyslexie’, ‘dyscalculie’, ‘globale ontwikkelingsachterstand’ en ‘verstandelijke beperking’. Dit is niet het geval voor de overige problematieken die in de specifieke diagnostische protocollen aan bod komen: ‘motorische ontwikkelingsstoornis’, ‘ontwikkelingsdysfasie’, ‘ADHD’, ‘ASS’, ‘gedragsstoornissen’, ‘depressieve stoornis’ en ‘angststoornis’. Hierbij gaat het CLB-team na of er mogelijke aanwijzingen zijn voor een onderliggende stoornis en of een nood is aan een meer uitgebreid multidisciplinair diagnostisch traject[5]. In deze situaties schakelt het CLB externe deskundigen in, die wanneer nodig, over kunnen gaan tot classificerende diagnostiek.
  • Ook na het inschakelen van externe diagnostiek of hulpverlening blijft het CLB de leerling en de ouders verder opvolgen, dit samen met de school en in overleg met de netwerkpartner(s)[6]. Vanuit dit overleg kunnen de resultaten van een extern onderzoek (handelingsgericht) vertaald worden in handelingsgerichte adviezen naar de leerling, de ouders en de school. Het CLB-team fungeert tevens als draaischijf tussen de leerling/ouders, de school en het externe hulpverleningsnetwerk. 
  • Het CLB-team registreert, conform de regelgeving, zijn acties in het multidisciplinaire dossier via het leerling administratie- en registratiesysteem (LARS).