Uit het Algemeen Diagnostisch Protocol: Handelen en evalueren

Wat onder ‘Handelen en evalueren’ staat, zijn suggesties voor school, leerlingen, ouders, CLB… Essentieel is dat er gericht wordt gehandeld met het oog op het bevorderen van de ontwikkeling[1], participatie en het welbevinden van de leerling. Het concreet maken van het advies en verder planmatig uitwerken van acties op school gebeurt in afstemming met ouders, leerlingen en leerkrachten.

Het gericht handelen sluit aan bij vragen uit de integratie/aanbevelings- en adviesfase:

  • Welke doelen willen we bereiken?
  • Wat zijn de onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften?
  • Welke aanpak is wenselijk, haalbaar, minimaal noodzakelijk?

Waar de regie van het diagnostisch traject bij het CLB-team ligt, neemt het schoolteam de regie op van het (verdere) zorgtraject op school, eventueel ondersteund door pedagogische begeleiding, leersteuncentrum of externe partners. Binnen de draaischijffunctie zorgt het CLB, waar nodig, voor afstemming van de schoolinterne zorg op de externe zorg en omgekeerd.

Binnen het traject wordt steeds gestreefd naar continuïteit in de zorg door het principe van Geschakelde zorg[2] toe te passen: voor zover nodig zetten de betrokken partners de effectieve maatregelen voort en wordt in overweging genomen of eventuele externe hulpverlening aanvullend kan zijn.

Rol van betrokkenen en onderlinge samenwerking

School

Zowel bij het plannen, handelen als evalueren is het belangrijk om alle partijen te betrekken en hen in hun rol te respecteren. Het schoolteam legt samen met de leerkracht, de leerling en de ouders een transparant traject vast: wie is betrokken, wat zijn de acties, hoe dikwijls, klasintern of -extern, gedurende welke periode. Het schoolteam volgt de geplande interventies op en bespreekt met de leerling en ouders wat wel en niet werkt of kan werken. De school bekijkt ook in welke mate de interventies voor deze leerling tegemoet komen aan de noden van andere leerlingen. Het is van belang om hierbij oog te hebben voor wetenschappelijk gefundeerde onderwijsaanpassingen die effectief blijken voor meerdere of alle leerlingen[3].

Tijdens het opstellen van de aanpak wordt er een evaluatiedatum gepland waarbij alle betrokken partners worden uitgenodigd. Het zorg- en onderwijsaanbod van de leerling wordt vanuit het schoolteam regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd met de ouders, de leerling en de mogelijke andere betrokken partners, zoals het leersteuncentrum het CLB en de pedagogische begeleiding. De school coördineert de afstemming tussen alle betrokken partners.

Het plan van aanpak voor een individuele leerling kadert ook binnen de school als leefomgeving en het beleid op leerlingenbegeleiding. Het leren omgaan met diversiteit als competentie bij alle leerlingen versterkt de participatie van de leerling binnen de schoolcontext en de attitude van leerkrachten en medeleerlingen tegenover de uniciteit van iedere leerling. Hierdoor wordt ruimte gemaakt om leerlingen te leren omgaan met zowel hun eigen mogelijkheden als beperkingen als deze van andere leerlingen. In een diverse en inclusieve schoolomgeving, stellen leerlingen zich ook minder vragen over een gedifferentieerd en aangepast aanbod[4].

Leerling

Door de leerling te stimuleren in het ontwikkelen van vaardigheden om zelfstandiger met zijn moeilijkheden om te gaan, krijgt hij meer grip op zijn problemen en verhoogt de kans op meer autonome motivatie[5]. Naarmate de leerling ouder wordt, neemt hij een actievere rol en meer verantwoordelijkheid op binnen het plannen, handelen en evalueren.

Bijvoorbeeld: een kleuter kan mee kiezen welke figuurtjes gebruikt worden op zijn instructiekaart, een leerling mag het gebruik van Bednet eerst uittesten in een les die hij goed kan volgen, het kind/ de jongere kiest zelf op welke manier hij betrokken wordt bij de evaluatie van het traject.

Ouders en opvoedingsverantwoordelijken

Voor alle leerlingen is zowel ondersteuning als begrip van en aanvaarding door ouders, broers en zussen cruciaal. Ouders of opvoedingsverantwoordelijken worden best zo actief mogelijk betrokken in het schools traject van hun kind. Voor het leren, participatie en het welbevinden van de leerling is onderwijsondersteunend gedrag van de ouder(s)[6] erg belangrijk. Hierbij streven school en ouders naar een afstemming van de initiatieven op school en de ondersteuningsmogelijkheden die de thuis- en leefcontext kan bieden. Soms vergt de ondersteuning binnen de nabije omgeving heel wat inspanning van de thuis- en leefcontext. Het is belangrijk om samen na te gaan welke krachtbronnen uit de context kunnen worden ingezet om de leerling te helpen en te ondersteunen. Wanneer uit het HGD-traject blijkt dat ouders extra ondersteuning nodig hebben, wordt samen met de ouders gezocht wie hen hierbij kan helpen.

Medeleerlingen

De relatie leerling-medeleerling is een belangrijke factor en hefboom voor de groei van een leerling op school[7]. Medeleerlingen kunnen op verschillende manieren betrokken worden bij aanpassingen.

Eventueel begeleid door een leerkracht, kan de ene leerling de andere coachen of fungeren als peer-tutor of peer support bieden. Dit maakt voor beide leerlingen deel uit van hun ontwikkelingstraject en het bereiken van eigen doelen.

Mogelijk is het zinvol, in overleg en akkoord met de betrokken leerling en met de nodige expertise, om sommige aanpassingen voor een leerling in de klas (microfoon, extra persoon in de klas…) te bespreken. Zo kunnen klasgenoten beter begrijpen waarom een leerling nood heeft aan begeleiding of aanpassingen. Deze bespreking dient ervoor te zorgen dat de positie van de leerling ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten zo weinig mogelijk in het gedrang komt en hij deel blijft uitmaken van een klasgroep.

Pedagogische Begeleidingsdienst

Bij het vormgeven van het handelen en evalueren van een individuele leerling, kunnen ondersteuningsbehoeften van de school naar boven komen rond professionalisering van de leerkrachten en schoolteam en/of het versterken van de visie en beleid op leerlingenbegeleiding op school. Hiervoor kan de school een beroep doen op ondersteuning vanuit de pedagogische begeleidingsdienst[8]. Bijvoorbeeld visieontwikkeling rond leerlingenbegeleiding, flexibele schoolorganisatie…

CLB

Na het doorlopen van een diagnostisch traject is het aangewezen om als CLB-medewerker in gesprek te gaan met de school om bijvoorbeeld voorgestelde aanpassingen op te nemen voor alle leerlingen of de aanpak uit te proberen voor een groep leerlingen. Waar nodig kan een CLB-medewerker consultatief het schoolteam ondersteunen[9].

Daarnaast neemt het CLB-team de rol van draaischijf op zich bij doorverwijzing naar en opvolging van andere, externe begeleiding. In gedeelde verantwoordelijkheid met het schoolextern aanbod zorgt het CLB voor een warme toeleiding. Het CLB zorgt ook, waar nodig, voor terugkoppeling van het extern aanbod naar de school in functie van een afstemming op het onderwijstraject en de leerlingenbegeleiding.

Leerlingen en ouders kunnen ook bij het CLB terecht voor doelgerichte begeleiding, zoals het versterken van het intern kompas van de leerling, psycho-educatie rond mindset, advies rond het omgaan met moeilijkheden thuis…[10]

Leersteuncentrum[11]

Indien een leerling een verslag in het kader van leersteun heeft, kan de leersteun leerlinggericht, leerkrachtgericht of schoolteamgericht ingezet worden. De leerondersteuner is verantwoordelijk voor het verstrekken van kwaliteitsvolle leersteun. De school is verantwoordelijk voor de opvolging, evaluatie en bijsturing van het traject van de leerling. Het is belangrijk dat leersteun onderdeel vormt van het bredere traject van de leerling en aldus betrokken wordt bij plannen, handelen en evalueren.

Externe partners

Voor sommige leerlingen is (verdere) samenwerking met schoolexterne professionele partners in functie van de verschillende begeleidingsdomeinen aangewezen. Om het aantal betrokken partners zo beperkt mogelijk te houden en de leerlingen zo ook niet te overbelasten, is de inzet van externe partners doelgericht en subsidiair.

Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld:

Vanuit zijn draaischijffunctie zorgt het CLB voor een warme toeleiding van leerlingen en ouders naar een schoolextern aanbod. Het CLB zorgt waar nodig ook voor terugkoppeling van het extern aanbod naar de school in functie van een afstemming op het onderwijstraject en de leerlingenbegeleiding. Voor de optimale participatie aan de maatschappij op langere termijn leidt het CLB samen met de school ook tijdig warm toe naar externe partners binnen de zorg voor oudere leerlingen[14].

Globale evaluatie en cyclisch verloop

In de adviesfase werd afgesproken hoe de interventies geëvalueerd zullen worden. De aard van de gekozen adviezen en de complexiteit van de problemen bepaalt mee wanneer er geëvalueerd wordt en wie betrokken wordt bij de evaluatie. Binnen de evaluatie wordt besproken wie wanneer en hoe welke maatregelen heeft genomen en wordt het effect van de gerealiseerde interventies zoals aanpassingen in de klas- en schoolsituatie, een gewijzigd pedagogisch aanbod, thuisbegeleiding, de effecten van ondersteuning, eventuele medicatie …geëvalueerd. Het integratief beeld wordt geactualiseerd en zo nodig bijgesteld. Bij elke interventie gaat men na of deze wordt verdergezet, moet worden bijgestuurd of kan worden stopgezet. Van hieruit kunnen nieuwe doelen worden gesteld en bijhorende behoeften worden aangepast. Wanneer vanuit de evaluatie een nieuwe hulpvraag blijkt, dan wordt het CLB betrokken. Dit kan leiden tot een nieuw HGD-traject dat mee bepalend zal zijn voor de bijsturing van het handelen.

De globale evaluatie focust zich niet enkel op het niveau van de leerling. Ze houdt ook een evaluatie in van de geboden leerlingenbegeleiding en zet school, CLB en eventueel leersteuncentrum aan tot het bijsturen van hun eigen aanbod en de afstemming met de leerling en ouders.

Inhoudsopgave

Vind sneller de inhoud waarin u geïnteresseerd bent op deze pagina:

  1. Rol van betrokkenen en onderlinge samenwerking
  2. Globale evaluatie en cyclisch verloop