Bouwsteen: Doelen

Aan de rechterkant van het Prodia-model staan de doelen: dit zijn doelen waarnaar de leerling kan streven zowel binnen als buiten de context van onderwijs. Wie of wat wil de leerling zijn of worden? Welke specifieke vaardigheden wil hij ontwikkelen? Op welke manier wil hij participeren aan de maatschappij? Reflectiemomenten en schakelmomenten[1] zijn hierbij cruciaal: ze doen een leerling stilstaan bij het perspectief dat hij voor ogen heeft. Het blijft altijd mogelijk om een andere weg in te slaan en doelen te verleggen, bijvoorbeeld omdat hij andere interesses heeft ontwikkeld of omdat er iets is gewijzigd binnen zijn leefwereld.

Vaar ik nog de juiste koers? Wil ik liever een andere richting uit? Komen de vooropgestelde doelen in zicht? Wat is de volgende stap? Waar ga ik nu aan werken? Wat heb ik daarvoor nodig? Wie kan mij daarbij ondersteunen? Hoe ouder de leerling wordt, hoe meer hij mee zijn eigen doelen bepaalt en zijn traject naar die doelen zelf in handen neemt. Jongeren komen tijdens de adolescentie steeds meer in contact met hun persoonlijke waarden, interesses en voorkeuren en handelen van hieruit[2].

Kortetermijndoelen

Vaak wordt diagnostiek ingeschakeld als de leerling of betrokken actoren niet meer weten hoe het verder moet. Het bepalen van haalbare kortetermijndoelen en de concrete acties die nodig zijn om deze te bereiken is een belangrijke stap naar verandering en groei. Deze doelen zijn best realistisch, zodat de kans op succeservaring groot is en dit succes iedereen motiveert voor de volgende stap. Ze mogen ook ambitieus zijn zodat ze het geloof voeden in de veranderingsmogelijkheden van een leerling en zijn context en in een positieve evolutie.

Om realistische doelen te kunnen stellen, moet je zicht hebben op de veranderingsmogelijkheden van deze leerling binnen zijn schoolse context en zijn thuis- en leefcontext. Deze mogelijkheden bepalen de grenzen van verandering. Is datgene wat je wenst te veranderen wel te beïnvloeden?[3] Wie heb je nodig in je plan van aanpak om dit te kunnen bereiken?

Langetermijndoelen

Binnen onderwijs streeft men altijd naar een optimaal welbevinden en participatie aan onderwijs en maatschappij (loopbaanperspectief). Wat dit voor een leerling in ontwikkeling inhoudt, is erg individueel. Onderwijspedagogische processen zijn steeds werkzaam in drie overlappende doeldomeinen[4] die we kunnen benoemen als kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Met kwalificatie wordt bedoeld het verwerven van kennis, vaardigheden, waarden en houdingen. Dit kan heel specifiek zijn, zoals kwalificatie voor een beroep, of meer algemeen zoals het gekwalificeerd raken om in een complexe, multiculturele samenleving te kunnen participeren. De ontwikkelingsdoelen en eindtermen van zowel het basisonderwijs als het secundair onderwijs geven hier houvast[5]. Socialisatie houdt in dat leerlingen worden voorbereid op hun leven als lid van een gemeenschap en er breed kennis mee maken. Ze worden uitgedaagd om de gemeenschap kritisch te bekijken en er mee vorm aan te geven. Naast kwalificatie en socialisatie werkt onderwijs ook altijd in op de persoon, met name op menselijke individualiteit en subjectiviteit, een domein dat wordt aangeduid als persoonsvorming of subjectificatie. Leerlingen worden geholpen bij de ontwikkeling van hun identiteit, uniciteit, autonomie en verantwoordelijkheid, het ontdekken van hun persoonlijke drijfveren en passies. De vragen die daarbij centraal staan zijn: Wie ben ik? Wat kan ik? Wie wil ik zijn?  

Onder de streefdoelen van de leerling zelf, kiezen we voor kwaliteit van leven. Het concept ‘kwaliteit van leven’ focust op wat belangrijk en wenselijk is vanuit het perspectief van de betrokken leerling. Het doel van het bepalen van iemands levenskwaliteit is om de dingen die op een bepaald moment betekenisvol (kunnen) zijn in het leven van een persoon, te behouden en te optimaliseren en de dingen die de levenskwaliteit negatief beïnvloeden, te verbeteren. Het concept ‘kwaliteit van leven’ is ontstaan vanuit de begeleiding van personen met een verstandelijke beperking[6]. In dit model vullen we het ruimer in. Ook voor andere leerlingen is het zinvol om de focus op streefdoelen binnen onderwijs aan te vullen met persoonlijke streefdoelen.

De mate waarin de focus binnen de diagnostiek voornamelijk ligt op de onderwijsdoelen of eerder ligt op het verhogen van de kwaliteit van leven, is erg afhankelijk van de leerling en zijn hulpvraag. Voor sommige leerlingen zal het verhogen van het aspect welbevinden binnen kwaliteit van leven bijvoorbeeld prioritair zijn vooraleer er kan gewerkt worden richting de streefdoelen van onderwijs. Voor andere leerlingen biedt kwaliteit van leven een houvast om het onderwijsloopbaanperspectief vorm te geven, het bepaalt mee in welke mate de nadruk dient te komen op persoonsvorming, kwalificatie of socialisatie. We kiezen er daarom voor om deze beide streefdoelen op gelijke en overlappende hoogte weer te geven in het Prodia-model.

Inhoudsopgave

Vind sneller de inhoud waarin u geïnteresseerd bent op deze pagina:

  1. Kortetermijndoelen
  2. Langetermijndoelen