Brede basiszorg: Motoriek
Hoe kan een school elke leerling kansen geven om zich op motorisch vlak op eigen tempo te ontwikkelen?
In het kort
Vanuit een doordachte visie en een transparant beleid betreffende de motorische ontwikkeling van alle leerlingen neemt de school initiatieven om de motorische ontwikkelingscomponenten bij alle leerlingen voldoende te stimuleren en dit niet alleen tijdens de lessen bewegingsopvoeding, bewegingsexpressie en schrift. De motorische ontwikkeling staat immers niet op zich. Er is interactie met andere ontwikkelingsaspecten zoals het sociaal-emotionele, het cognitieve, het fysieke en de taalontwikkeling. Zo kan overgewicht motorische ontwikkeling beïnvloeden en kunnen motorische ontwikkelingsproblemen ook zorgen voor het moeilijker aanleren van schoolse vaardigheden.
De samenwerking tussen verschillende leerkrachten of leden van het schoolteam is fundamenteel. Er kunnen afspraken komen over hoe op gelijke wijze om te gaan met bijvoorbeeld het aanleren van ruimtelijke begrippen, de zelfredzaamheid bij aan- en uitkleden, het gewicht van boekentassen, het opvolgen van fijne motorische vaardigheden… Er is op regelmatige basis overleg over de vorderingen van leerlingen op het vlak van de ontwikkelingsdoelen en eindtermen.
Alle leerkrachten observeren leerlingen in het kader van de fijn- en grofmotorische ontwikkeling, dit gebeurt zowel in de klas als tijdens gerichte sport- en bewegingsactiviteiten, maar ook tijdens het dagelijks functioneren op school (zelfredzaamheid, vrij spel, speelplaatsmomenten, knutsel- en buitenactiviteiten…) Op basis van deze observaties volgen leerkrachten de motorische ontwikkeling van leerlingen op en kunnen zij sterktes, zwaktes, moeilijkheden (tempo, vermoeidheid…) signaleren.
Op klas- en schoolniveau houdt men rekening met leerlingen die buiten school weinig bewegingskansen krijgen. Onder zorg op klasniveau verstaan we onder meer:
- Motorische stimulansen in en rond de klas
- Motorische stimulansen tijdens de les lichamelijke opvoeding
- Bewegingstussendoortjes
- Schrijfmotoriek: vooral in de eerste jaren van het lager onderwijs is er specifiek aandacht voor:
- Schrijfhouding
- Pengreep
- Schrijfbeweging
- Psychomotorische basisvoorwaarden
Zowel in het basis- als in het secundair onderwijs is er aandacht voor het deelnemen aan de lessen L.O. en sportgerelateerde activiteiten maar ook motorische activiteiten in andere lessen (praktijk, muziek…). Het verzuimen van lessen L.O. kan wijzen op mogelijke motorische problemen maar ook op andere problematieken zoals negatief zelfbeeld, kindermishandeling, pestprobleem…
Zowel op school als op klasniveau gaan de leerlingen en leerkracht in dialoog betreffende motorische activiteiten en bewegingsactiviteiten om de motivatie en betrokkenheid van de leerlingen te verhogen. Op klasniveau kan dit onder meer gebeuren door leerlingen zelf lesonderwerpen te laten aanbrengen vertrekkend vanuit hun eigen belangstelling. Op schoolniveau krijgen ze bvb de ruimte voor het zelf organiseren van bewegingsactiviteiten zoals een badmintontornooi tussen leerlingen en leerkrachten.
De school communiceert het aanbod van bewegingsmogelijkheden zowel binnen als buiten de school aan de ouders en/of de leerling. Ouders kunnen ook actief betrokken worden bij activiteiten hieromtrent. Dit kan door:
- ouders te betrekken bij sport- en bewegingsactiviteiten die de school organiseert, bijvoorbeeld bij het organiseren van een sportweek of bij buitenschoolse sportactiviteiten begeleiden ze een sportactiviteit;
- ouders te informeren over de ondernomen acties i.v.m. motorische ontwikkeling en over de vorderingen die de leerlingen maken;
- ouders van kleuters te betrekken bij motorische activiteiten en bewegingsactiviteiten door in het heen-en weerschriftje informatie over de gespeelde bewegingsspelen of -opdrachten te noteren;
- als school een infoavond te organiseren over hoe de motorische ontwikkeling, als onderdeel van de totale ontwikkeling, verloopt en hoe deze gestimuleerd kan worden.
IAC/OV4 Motoriek
IAC/OV4 komt niet aan bod in dit protocol. Hiervoor verwijzen we naar het ADP.
Klik op een fase om verder te navigeren door het zorgcontinuüm.
Indien er sprake is van gekende motorische problemen bekijkt de school in overleg met het CLB – en mogelijke betrokken hulpverleners – welke redelijke aanpassingen er dienen te gebeuren. Bij externe hulp voor de leerling is er steeds nauwe samenwerking met alle betrokkenen nodig: CLB, school, ouders en leerling.
Brede basiszorg vormt de motor van een kwaliteitsvol beleid op leerlingenbegeleiding. De school hanteert een systematisch en transparant beleid op leerlingenbegeleiding waarvan een beleid rond motorische ontwikkeling en beweging deel uitmaakt. Er wordt gewerkt aan een duidelijke leerlijn en visie om de motorische ontwikkeling van alle leerlingen te stimuleren doorheen alle schoolactiviteiten, zowel binnen kleuter, lager als secundair onderwijs. Dit beleid is schoolspecifiek en houdt rekening met de context en instroomkenmerken van de school.
Volgende elementen maken deel uit van het beleid rond motorische ontwikkeling en beweging:
- infrastructuur in en rond de school
- speelplaatsinrichting en organisatie van de speeltijden
- stimuleren van grove en fijne motorische vaardigheden
- schrijfmotoriek
- klavierschrift
- lichamelijke opvoeding
Om de visie op motorische ontwikkeling goed uit te bouwen, kan een school steeds een beroep doen op de pedagogische begeleiding. In het protocol vind je ook een aantal richtvragen die een hulp kunnen zijn bij het uitbouwen van een beleid rond motorische ontwikkeling en beweging.
Klik hier om de volledige tekst te lezen van brede basiszorg binnen het protocol Motoriek.
Aan de slag
- Bekijk regelmatige deze pagina voor updates
Leer bij
- Doe een beroep op je pedagogische begeleidingsdienst om je hierin te versterken
Nog meer weten
- Algoed, V. & Dewitte, G. (2020) Kinderen met motorische ontwikkelingsproblemen. Hoe merk je ze op? Hoe kan je ze begeleiden?, Caleidoscoop, 32 (4), p. 16-25
Inhoudsopgave
Vind sneller de inhoud waarin u geïnteresseerd bent op deze pagina: