Theoretisch deel: Motoriek
Uit welke theoretische achtergrond over motorische ontwikkeling, motorische problemen en stoornissen kan ik putten om zorg te bieden aan leerlingen?
In het kort
In het theoretisch deel van dit protocol beschrijven we onder meer de normale motorische ontwikkeling met aandacht voor de verschillende mijlpalen. Als mogelijke onderkennende hypothesen omschrijven we de vertraagde, afwijkende motorische ontwikkeling en de motorische stoornissen. Momenteel is er binnen dit protocol enkel een verdere verdieping van de categoriale diagnose DCD.
Het protocol beschrijft de verschillende diagnostische hulpmiddelen en methoden die gebruikt kunnen worden om motorische problemen te identificeren en te beoordelen.
De interventies op school bij motorische problemen zijn vooral gericht op afstemming tussen de specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling en de brede context waarin hij functioneert. Hierbij is er aandacht voor de beschermende factoren binnen het kind en de cruciale ondersteunende rol en protectieve factoren van de thuis- en schoolomgeving.
Het theoretisch deel van dit protocol is momenteel in herwerking.
Opbouw theoretisch deel
1. Klinisch beeld
Binnen dit protocol zijn de mogelijke onderkennende hypotheses: een vertraagde motorische ontwikkeling, een afwijkende motorische ontwikkeling of een vermoeden van een motorische (ontwikkelings)stoornis.
2. Definities en begrippen
- Coördinatie
- CP – Cerebrale Parese
- CVI – Cerebrale Visuele Inperking
- Dominantie en lateralisatie
- Dyspraxie
- Evenwicht
- Fijne motoriek
- Grove motoriek
- Praxis
- Schrijfmotoriek
- Sensorische integratie
- Tonus
- Visuomotoriek
3. Relevante ontwikkelingsaspecten
- De normale motorische ontwikkeling
- ‘Mijlpalen’
- Genetische factoren
- Culturele factoren
- Domein motorische ontwikkeling en de andere ontwikkelingsdomeinen
- De vertraagde en afwijkende motorische ontwikkeling
4. Criteria
- Criterium A
- Criterium B
- Criterium C
- Criterium D
5. Comorbiditeit
- ADHD
- ASS
- Spraak- en taalontwikkelingstoornis
- Visuospatiële stoornis – CVI
6. Oorzaak
Het is nog niet bekend wat de precieze oorzaak is van DCD, maar er bestaan wel vermoedens over mogelijke oorzaken.
7. Beschermende factoren
- bij de leerling
- bij het gezin
- bij de school
8. Prevalentie
Coördinatieontwikkelingsstoornissen komen voor bij 2 tot 6% van de schoolbevolking.
9. Prognose
DCD is niet te genezen, maar begeleiding en therapie kunnen helpen. Een aangepaste omgeving, thuis en op school, is aangewezen.
Klik hier voor de volledige tekst over het Theoretisch deel bij het protocol Motoriek.
Klik op een fase om te navigeren door het zorgcontinuüm.
Aan de slag
- wordt op een later tijdstip aangevuld
Leer bij
- wordt op een later tijdstip aangevuld
Nog meer weten
Inhoudsopgave
Vind sneller de inhoud waarin u geïnteresseerd bent op deze pagina: